Passieve gaswasser met debiet tot 20 m³/uur

Specifations

De wasser is voorzien van een vlakke bodem en kegelvormig dak.
Er zijn steeds de volgende aansluitingen:

Leeglaat Ø32 met kogelkraan en flens (onderaan de tank)
De lediging moet op regelmatige basis te gebeuren zodat het water niet verzadigd geraakt. Het afvalwater dient aansluitend verwerkt te worden.
Overloopleiding Ø32 met 3-delige koppeling
Watervulleiding Ø25 met losse flens
Leiding Ø110 met flens, dompelbuis, interne bocht en een ondergedompelde leiding op de bodem van de tank (toevoer van uitlaatgassen van de opslagtanks). De ondergedompelde leiding is voorzien van gaatjes zodat de lucht door het water kan ontsnappen.
Ontluchtingskap Ø110 (uitgang van de gassen)
PVC kogelterugslagklep Ø50 voor de verluchting van de tank. Indien de tank wordt leeggemaakt door het normale gebruik, dan dient er lucht in de tank te komen om onderdruk te vermijden. Dit kan via de terugslagklep zodat er verse omgevingslucht in de tank komt.
Draaidop voor de interne controle van de wasser

Optioneel:

Vlotter met contacten om het waterniveau zichtbaar te maken. De contacten kunnen in combinatie met automatische kleppen ervoor zorgen dat het systeem autonoom werkt.
De wasser kan op hoogte geplaatst worden om na het vullen de wasser automatisch gravitair leeg te laten.
Verdere automatisatie: een pH-meting kan de wasservloeistof controleren en samen met automatische kleppen kan de vloeistof gespuid of aangevuld worden.
Breekplaat of ventiel die de wasser beschermt tegen over- en onderdruk.