Project VPK Paper
Project VPK Paper
CGK Projecten 0112
CGK Projecten 0112
CGK Projecten 0117
CGK Projecten 0117

De richtlijn PGS15 bepaalt hoe je in Nederland gasflessen moet opslaan. Elke situatie dient een individuele beoordeling te krijgen om na te gaan welke voorzieningen passen en de benodigde veiligheid bieden. Dit geldt ook voor werkvoorraden en gasflessen aangesloten op een verzamelleiding.

Thijs van Rijn

Graag meer advies gewenst?

Neem contact op met Thijs van Rijn

Product Advisor Nederland

PGS15 omtrent gasflessenopslag

Gasflessenopslag bij voorkeur in de buitenlucht

Zo vermijd je drukgolven die bij inpandige opslag in een gebouw kunnen ontstaan. Bovendien is opslag van gasflessen in de buitenlucht beter bereikbaar voor hulpdiensten.

Gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125l

Gasflessen met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 125l moet je opslaan in een daarvoor bestemde opslagvoorziening. Dit geldt ook voor lege gasflessen met een afsluiter, maar niet voor:

  • werkvoorraden
  • op een laskar geplaatste gasflessen
  • gasflessen die zijn aangesloten aan een verzamelleiding die leidt naar een verbruikspunt.

Wat als de opslag van gasflessen tegen de gevel van een gebouw staat?

Dan moet deze wand een WBDBO hebben van ten minste 60 min.

  • Bij een wand hoger dan 4 meter, dan geldt dit alleen voor de eerste vier meter.
  • Als de wand aan weerszijden van de opslag verder dan 2 meter doorloopt, geldt de eis alleen voor de eerste 2 meter links en rechts van de opslag.

Risico Inventarisatie & Evaluatie

Gasflessendepot GFC scheidingswand 2
Gasflessendepot GFC scheidingswand 2

In Nederland spreken we over een Risico Inventarisatie & Evaluatie. Dat is een analyse die de risico’s verbonden aan de opslag van gasflessen blootlegt om zo oplossingen en maatregelen te kunnen nemen. Bedrijven met personeel zijn verplicht deze RI&E te maken.

  • In een opslagvoorziening mogen geen andere goederen aanwezig zijn.
  • Gasflessen moeten tegen omvallen zijn beschermd.
  • Gasflessen met gassen met gelijkaardige gevaarlijke eigenschappen moeten bij elkaar worden opgeslagen.
  • Lege gasflessen mogen apart worden opgeslagen.
  • Een opslagplaats van gasflessen moet voorzien zijn (vanaf de aanlooproute) van duidelijke signalering die de eigenschappen van de gasgroep aangeeft.
  • Er moet altijd natuurlijke ventilatie zijn.
  • Inpandige opslag van gasflessen kan in een brandveiligheidsopslagkast conform NEN-EN-14470-2 met bijbehorende regels voor aantallen en locaties.

Hulp nodig bij de opslag van gasflessen?

Laat je gegevens achter en krijg alle info die je nodig hebt.

Opleiding wetgeving gasflessenopslag

In PGS 15's hoofdstuk 3 zijn de meeste eisen opgenomen voor de opslag van gasflessen.
Gasflessen met meer dan 125 liter gezamenlijke waterinhoud moeten in een specifieke opslag worden bewaard, behalve als het gasflessen (incl. gasflesbatterijen) deel uitmaken van de werkvoorraad en aangesloten zijn op een verzamelleiding.

Er mag geen andere opslag plaatsvinden in deze opslagvoorziening, tenzij het gaat om materiaal dat noodzakelijk is voor de verzorging van de gasflessen, bv. een handkar. Ook de opslag van lege gasflessen moet voldoen aan de regels voor gasflessenopslag.

Let op: zelfs als een gasfles leeg is, kunnen er nog resten gas aanwezig zijn die gevaren opleveren. Als de gasfles geen afsluiter meer heeft, wordt het beschouwd als een ijzeren cilinder en zijn geen gevaren meer aanwezig. In dat geval is opslag volgens PGS 15 niet nodig.

Paragraaf 6.2. beschrijft afstandseisen en eisen aan de opslagmuur van gasflessen. Ook de afstand tot de erfgrens en bouwwerken of brandbare objecten in de omgeving worden vastgelegd. Afstandseisen kunnen worden afgeweken als aangetoond kan worden dat de maximale stralingsbelasting niet hoger is dan 10 kW/m2.

Er moet tussen de opslag van gasflessen en de erfgrens, bouwwerken en brandbare objecten binnen de omgeving voldoende bescherming tegen brandoverslag en -doorslag (WBDBO) aanwezig zijn. Houden van afstand verhoogt de vereiste WBDBO (zie tabel 6.1 in paragraaf 6.2 van PGS 15). Bij een WBDBO van 60 minuten kan de afstand altijd teruggebracht worden tot 0 meter. Bij een afstand van meer dan 10 meter zijn geen eisen voor WBDBO van toepassing.

De afstandseisen zijn verder afhankelijk van de totale inhoud van de gasflessen.

Meer vragen naar wetgeving voor opslag gasflessen? Contacteer ons

Naar onze CGK Academy

Veelgestelde vragen: Gasflessenopslag richtlijnen

Moeten lege gasflessen in een opslagplaats?

Ja, lege gasflessen moeten ook binnen hun respectieve opslagzone worden opgeslagen op een hiervoor voorbehouden plaats die duidelijk is aangegeven.

Kan ik gasflessen gewoon onder een afdak zetten?

Nee, een opslagplaats moet afgesloten zijn voor onbevoegden. De gasflessen mogen enkel toegankelijk zijn voor bevoegd personeel.

Waarop moet ik letten bij de aankoop van een open opslagplaats?
  • De bodem moet bestaan uit een weerstandbiedend en ondoordringbaar materiaal
  • De flessen moeten stabiel staan - bvb. betonnen sokkel of andere vlakke bodem.
  • De bodem mag niet lager liggen dan het aangrenzend terrein en er mogen geen openingen noch holten of geulen aanwezig zijn.
  • Het dak (indien aanwezig) moet uit onbrandbaar materiaal gemaakt zijn en mag hoe dan ook slechts voor max. 20 % uit doorschijnend en zelfdovend materiaal bestaan.
  • De wanden bestaan uit onbrandbaar materiaal.​​​​​​​
Mag ik gasleidingen voorzien tot in de opslagplaats?

Nee, in de opslagplaatsen is het verboden 'overtappingsactiviteiten' uit te voeren, anders wordt deze niet aanzien als opslagplaats.
Dus enkel passieve opslag wordt toegelaten.